woensdag 15 augustus 2012

Docent worden, waarom eigenlijk?

Docent worden is tegenwoordig niet erg populair meer, logisch. Nieuwe docenten (maar ook bestaande) hebben het niet makkelijk en een mooie carriere is niet te zien. Daarnaast moet je een "Go-with-the-flow" -mentaliteit hebben en word je meestal slecht begeleid als jij nieuw op een school komt. Ook zijn de interne organisatie en procedures op veel scholen niet op orde of heel onduidelijk en verzand je vaak in een moeras van allerlei gedoe. Daarnaast zijn docenten (bijna) allemaal éénlingen die het beste met het onderwijs voor hebben, maar dan wel op hun manier. Ook de tijd ontbreekt vaak om iemand goed te begeleiden en word jij gelijk voor een klas gezet oftewel ingeroosterd met weinig uitleg. Door trial en error word je vaak wijs en bij fouten is er weinig hulp om dingen op te lossen, of ze worden even snel ad hoc opgelost. Docenten worden geacht geheel zelfstandig allerlei dingen te regelen, die bij een betere interne organsiatie van de school, veel beter, school- of gelijksoortige opleidingen - breed aan gepakt hadden kunnen worden. Daarnaast moet je veel uren maken, buiten het lesgeven om, om je lessen voor te bereiden. Bij de meeste scholen heb je per lesuur maar ongeveer 15 minuten voorbereidingstijd in je normjaartaak. Veel te weinig natuurlijk, ook voor een ervaren docent, die zijn lessen levendig wil houden. Sommige scholen geven een beginnende docent meestal nog geen volledige lestaak, maar door allerlei gedoe, ben jij die 'vrije' lestijd, zo kwijt.
Iedere docent moet maar zijn eigen administratie bij houden, op zijn eigen manier. Je begrijpt dat deze administraties niet op elkaar aansluiten, en als dus een docent weg gaat of langdurig ziek wordt, zal een ander veel moeite hebben met het overnemen, interpreteren van zijn lessen, administratie en gegevens. Meestal begint de bewuste docent gewoon weer helemaal opnieuw, zonde van de tijd. Ook opgeslagen bestanden op de PC van de docent zijn voor niemand te benaderen, zonder contact met en toestemming van de bewuste docent. Afdragen van gegevens, back-ups e.d., worden niet op een gestructureerd wijze georganiseerd.
Projecten, waar je eventueel geacht wordt aan deel te nemen, geven jou alleen maar veel extra werk, maar er wordt geen extra tijd beschikbaar gesteld in de vorm van bijv. minder lesuren. Vaak kan jij er 0,1 fte (of meer, indien nodig) bij krijgen, waardoor je tijdelijk meer verdient, maar wel om komt in het werk. Heel vaak stranden projecten dus door tijdgebrek of slecht project-management. Dat weer frustrerend is voor de deelnemende docenten, die er veel tijd in hebben gestoken.
Vergaderingen zijn geen echte vergaderingen, maar meer mededeel-bijeenkomsten.
De eerste 3 jaar, wordt gezegd, heb jij het heel druk, daarna heb je veel voor niets gedaan, want er wordt een nieuwe methode ingevoerd, of er komen nieuwe richtlijnen vanuit de overheid of schoolleiding. Dan kan het spel van die afgelopen 3 jaar weer helemaal opnieuw beginnen.

Met initiatieven, nieuwe ideeën, positieve opmerkingen etc., wordt vaak heel weinig gedaan, omdat managers daarvoor vaak blind zijn en het alleen maar lastig vinden. De managers zijn over het algemeen niet bepaald people-managers! Al wordt het wel vaak gezegd. Meestal doorgeschoven docente, die meer willen verdienen en geen gedege management-opleiding hebben gevolgd.

Je verdient op zich niet overdreven veel, minder dan HBO-ers of WO-ers in het bedrijfsleven. Je hebt veel vastgestelde vakanties, maar je moet niet vergeten dat men in het bedrijfsleven een contract heeft met vaak evenveel uren per jaar, maar die worden over meedere weken uitgesmeerd. Jij moet jouw uren maken in 40 weken, dat betekent dus veel uren werken in een week (ong. 41,5 uur), waar veel mensen in het bedrijfsleven maar 38 of 36 uur werken. Veel scholen hanteren een verschijningsplicht van 8.00 uur tot 17.00 uur, omdat jij dan bij ziekte van collega's, lesuren kan overnemen. Jij wordt dan dus extra ingeroosterd. Overuren (overwerk) kent men niet in het onderwijs en worden dus niet uitbetaald, laat staan dat er een toeslag van 25% of 50% op zit, voor bijvoorbeeld een open dag op zaterdag.
Jij kan nooit op een ander moment met vakantie, dus altijd tijdens het hoogseizoen, en als jij ziek wordt in de vakantie, krijg jij jouw vakantie-dagen niet terug (bedrijfsleven wel).

Zo zijn er waarschijnlijk nog wel meer dingen te noemen waar een beginnende docent mee te maken krijgt. Om maar niet te spreken over de stage-begeleiding tijdens de docentenopleiding. Daarvan heb ik ook heel schrijnende gevallen gezien. Weinig stages verlopen zoals het hoort. Wat ook weer veel stress en ongemakken voor de student met zich mee brengt.

Dus, al met al, geen leuk vooruitzicht voor een docent. Of je moet je hiervoor kunnen afsluiten en het werken met leerlingen of studenten wel erg leuk vinden.

Succes!

Oh, wat zou ik dit graag veranderen!