vrijdag 4 juli 2014

Noodkreet van een juf

In het onderwijs rommelt het, van hoog tot laag. Ontevrede leerkrachten en docenten, achteruitgaande organsiaties, mis-management, hoge werkdruk, onbekwame docenten die gewoon blijven zitten, te grote klassen, slechte geouwen en lokalen, geen eigen werkplek, slechte plannen vanuit de ministeries, lage beloning, geen overwerk betaald krijgen, hoog ziekteverzuim, slechte opvang van uitvallende leerlingen door hoge werkdruk en gedreven leerkrachten die langzaam aan afbranden en vluchten uit het onderwijs. Zone.

Hier een noodkreet van een juf uit de Telegraaf van 29 februari 2012. Het lezen waard.

Als mensen me vragen wat ik doe voor de kost, dan weet ik het al…… “Voor de klas? O, dan heb je veel vakantie en dan ben je om 15.00 uur al klaar.” Treurig schud ik dan mijn hoofd over zoveel onbegrip.
Mensen hebben werkelijk geen idee meer wat het werken op een basisschool inhoudt.
Ik werk nu al ruim dertig jaar in het basisonderwijs en in die tijd heb ik het zien veranderen.
En ik vind, veelal niet ten goede. In de basis blijft het natuurlijk een mooi vak, maar het wordt er niet gemakkelijker op.Ik durf zelfs te beweren dat het belachelijk moeilijk wordt gemaakt.

Hoe komt dat nu?

Om te beginnen zijn de kinderen veranderd. Over het algemeen zijn ze drukker, brutaler ( ouders noemen dit graag ‘mondiger’),hebben vaak een ernstig tekort aan concentratievermogen, hebben het veel te druk met andere zaken, denken veelal positiever over hun vervolgopleiding dan realistisch is, vertonen vaak een gebrek aan discipline en willen het vooral leuk hebben op school!

Ook veel ouders zijn m.i. veranderd.

Misschien omdat ze het zelf te druk hebben om hun kroost de broodnodige échte aandacht te geven, proberen ze dat soms te compenseren door hen te verwennen met dure computerspellen en hen vooral altijd de hand boven het hoofd te houden.
Naar school toe hebben ze een hoop pretenties. Ze zijn veeleisender geworden en soms lijkt het wel of je hun persoonlijk personeel bent dat er voor moet zorgen dat hun kind, ondanks alle tekorten, tóch minimaal op de havo terechtkomt.
Het lijkt wel of ze denken dat hún kind de enige in de klas is die de volle aandacht van de leerkracht verdient. Hún kind doet nooit iets verkeerd, het ligt altijd aan iets of iemand anders of het kind heeft ook zo’n sterk rechtvaardigheidsgevoel dat dat het misplaatst gedrag rechtvaardigt.
De school doet ook niets voor ze, de school pakt het verkeerd aan, de school zou eens……

Soms straalt er een bepaalde uitdagende vijandigheid van ouders af naar de leerkracht toe. Blijf vooral van hun kroonprins/prinsesje af….

Als je niet oppast gaan ze je nog vertellen hoe je les moet geven.

Bij sommige ouders denk ik er zelfs wel eens over om ze een blanco rapport mee te geven, dan kunnen ze zelf de cijfers invullen. Dit zijn ouders die het altijd beter weten en het regelmatig niet eens zijn met jouw vakkundige beoordelingen. Het lijkt, als je op hun kritiek afgaat, warempel wel alsof ze zelf de hele dag achter in de klas gezeten hebben. Dan hebben we natuurlijk de onderwijsministers en staatssecretarissen die ook van alles achter hun bureau bedenken of laten bedenken. Geen idee hebben ze wat het inhoudt om al dan niet fulltime voor een klas te staan en al hun verzinsels uit te moeten voeren. Dat de groepen nog veel te vaak uit dertig leerlingen bestaan is niet van belang. Ze verzinnen weer een persoonlijk dingetje waarmee ze sier proberen te halen en die meegaande onderwijsmensen doen hun best wel weer.

Wat ook een nadeel is : het wordt hoe langer hoe meer een vrouwenberoep.

Begrijpelijk, want veel mannen willen toch graag meer kans op een carrière en meer salaris. Vrouwen hebben over het algemeen wat vaker de neiging tot zorgen, dat is nou eenmaal zo. Maar vrouwen hebben helaas ook minder de neiging om eens ergens tegen te protesteren. Want ach, die arme kindertjes….. we doen het voor de kinderen en gaan niet over hun ruggen protesteren. Net als in de zorg, waar de mensen naar mijn mening schromelijk onderbetaald worden en naar verhouding ook veel meer vrouwen werken. Maar dat terzijde.

Weet u het nog? De term ‘weer samen naar school’ ? Leuk toch?

Ja, het lijkt heel sociaal en leuk, maar uiteindelijk draait het allemaal slechts om geld. Men heeft geen idee wat er tegenwoordig allemaal voor kinderen bij elkaar in één groep zitten. Met alle respect, maar ik ben er zo heilig van overtuigd dat heel veel kinderen geen recht aangedaan wordt in het reguliere basisonderwijs. Ik denk daarbij vooral aan kinderen met bepaalde stoornissen. Bijna in elke klas zitten tegenwoordig bijvoorbeeld wel één of meer kinderen met een aan autisme verwante stoornis, bijvoorbeeld PDD-NOS. Deze kinderen hebben een strakke structuur nodig en vooral niet te veel prikkels. Ze kunnen namelijk erg prikkelgevoelig zijn, vooral voor pijn en geluid. Ze hebben ook vaak last van angst- of woedeaanvallen. Het best is om op hun tafel een briefje te leggen, waar van minuut tot minuut op staat wat ze moeten doen en daar dan a.u.b. niet van afwijken, want dan zijn ze van het rit. Ziet u het voor zich in een groep van dertig kinderen, waarvan een groot deel ADHD heeft? Soms een heel handige kapstok om alle problemen aan op te hangen trouwens…

Een ADHD-er heeft aandacht- en concentratieproblemen, kan vaak moeilijk luisteren, kan erg hyperactief zijn, veel friemelen, draaien, bewegen en moeilijk ontspannen. Kan impulsief zijn en ook woede-uitbarstingen hebben. Doet regelmatig onbezonnen dingen en heeft last van driftbuien. Kan vaak hoofd- en bijzaken slecht onderscheiden en heeft moeite met tijd en plannen.
Dan zijn er ook nog de kinderen die, al dan niet als gevolg van een stoornis, depressief zijn en angst- of dwangstoornissen hebben, agressief zijn of last hebben van dyslexie. Kinderen die in een heel gespannen en nare thuissituatie leven of uit een ‘gebroken’ gezin komen. Als leerkracht die het altijd goed wil doen, zie je gewoon dat veel van die kinderen niet op hun plek zitten. Een collega van me had in haar kleuterklas een kind met het Down-syndroom. Zij kon nergens heen zonder dat kind aan de hand te nemen, anders was hij weg. Zelfs als ze naar het toilet moest, nam ze hem aan de hand mee, in de hoop dat er ergens iemand liep die even op hem kon passen. Regelmatig deed hij het nog in zijn broek, waarop de moeder gebeld moest worden om hem te verschonen. Eigenlijk ondoenlijk als er nog zoveel andere kinderen in je groep zitten. En dan al de tijd die zij erin gestoken had door over deze kinderen te lezen en informatie te vergaren. Ze deed het met liefde, maar doen we het kind recht? Al dit soort kinderen zitten ‘gewoon’ bij elkaar in één groep.

Een collega van me, die uit het speciaal onderwijs kwam, verzuchtte wel eens dat het daar nog makkelijker was en dat het regulier onderwijs eigenlijk al speciaal onderwijs is geworden. Onbegrijpelijk dat ouders steeds willen dat hun kind met een stoornis in het reguliere onderwijs blijft. Dat is hen aangepraat, hoe goed en leuk het is voor hun kind en het getuigt weer van het feit dat ouders eigenlijk geen idee hebben van het huidige basisonderwijs.
 
Geloof me, het is niet goed voor dat kind en het komt niet tot zijn recht.

Ze zitten zo vaak gewoon niet gelukkig te zijn. Veelal is de expertise niet aanwezig en de rugzakbegeleiders zijn er ook niet constant, áls ze er al zijn. Bovendien is de kans groot dat zij het eerst wegbezuinigd worden. Zo’n kind slurpt ook enorm veel tijd op van de leerkracht. Ik heb het meegemaakt dat ik om de paar weken een middag met de ouders en de begeleider over zo’n kind zat te praten. Eindeloos gezever over hoe het nu verder moest en wat ik nu weer uit moest proberen. Ouders die gretig over de reacties en acties van hun kind wilden praten en weer met tips kwamen om te zorgen dat hun kind niet zou flippen in de klas. Met andere woorden, iedereen in de groep, zowel leerkracht als leerlingen moesten zich maar zoveel mogelijk aanpassen aan dat specifieke kind met zijn specifieke problemen. Ondertussen voelde ik zelf ook een frustratie , omdat ik wist dat ik dat kind niet kon bieden wat het verdiende. Daarnaast zag ik de stapels werk voor me die nog lagen te wachten en mijn voorbereidingen die nog gedaan moesten worden. En dit ging nog maar over één kind uit de groep!

En dan al die ADHD-ers !

Het blijkt een stoornis te zijn die erg moeilijk te diagnostiseren is, hetgeen gedaan zou moeten worden door een psycholoog. Natuurlijk zullen er kinderen zijn die er echt last van hebben, maar ik kan er niets aan doen dat ik wel eens het gevoel krijg dat die diagnose wel erg snel gesteld wordt. Is een kind druk, ongedisciplineerd, brutaal en ongemotiveerd dan gaan we naar de dokter, zetten er een etiketje op en douwen het vol met Ritalin. Misschien zouden veel verschijnselen al behoorlijk verminderen als het kind minder suikerhoudend voedsel en drank kreeg en veel meer gezonde groentes?

Strenger en vooral consequenter opvoeden en gewoon weer respect en discipline bijbrengen? Misschien helpt het al als de ouders weer eens écht tijd nemen voor hun kind? Er weer eens écht iets mee te gaan doen en dan bedoel ik niet alleen naar voetbal brengen? Samen eten, praten en spelletjes doen? Meenemen naar het bos of het strand? Zorgen dat het kind achter die computer vandaan komt en zijn energie er lekker buiten uitgooit in de frisse lucht? Misschien het kind weer eens op tijd naar bed sturen? Zorgen dat het niet alles maar mag zien op de t.v.? Misschien het kind weer eens leren dat je naast alle lusten ook je plichten hebt? Misschien vertellen dat een school bedoeld is om dingen te leren? Wellicht eens leren dat ze ook wel eens moeten helpen in huis? Ze leren om met geld om te gaan? Misschien weer eens bijbrengen dat je niet alles kan krijgen wat je wilt hebben, ook niet als je strontvervelend wordt? Wellicht bijbrengen dat je je mond houdt als een ander praat? Leren dat de wereld niet alleen om jou draait? Misschien proberen om er niet van die verwende kroonprinsjes en prinsesjes van te maken? Wellicht scheelt dat een hoop Ritalinpillen…..

Oeps, nu begeef ik me wel op erg glad ijs….
Dit kan ik natuurlijk niet wetenschappelijk onderbouwen, dus……

Dan hebben we natuurlijk ook nog de kinderen die ‘hoogbegaafd’ worden bevonden. Die zitten in dezelfde groep als de kinderen die drie niveaus achter lopen, kinderen met stoornissen en gemiddelde leerlingen. En het leuke van het hedendaagse onderwijs is dat je als leerkracht alle dames en heren op maat dient te bedienen! Jawel… en om dat vooral aan te kunnen tonen moet je handelingsplannen maken voor een ieder die afwijkt van de gemiddelde norm. Daarbij zoek je dan gepaste leerstof en graag om de paar weken analyseren wat het resultaat is! Gesprekken voeren met de intern begeleider/remedial teacher (geen Nederlandse term voor mogelijk blijkbaar) en dan weer opnieuw stof zoeken enz., enz. Best te doen als je een paar van deze kindertjes in de groep hebt, hoor. Maar als je op een groep van 30 kinderen zomaar 25 handelingsplannen hebt, waarvan elk plan uit drie vakonderdelen bestaat, wordt het toch wat te gortig . Want feitelijk heb je dan 75 handelingsplannen!
‘ Even’ werk erbij zoeken, administreren, analyseren, bespreken, oudergesprekken, enz.
En dan hebben we het nog niet over die kinderen die extra werk mee naar huis moeten krijgen, al dan niet op verzoek van de ouders. Of jij daar ‘even’ voor wilt zorgen. “ Juf, mijn kind zit na school op bijles, dus als u dan ‘even’ werk voor hem zoekt en er een pakketje van maakt, dan kan hij daar ook aan de gang.” Tuurlijk, tijd zat mevrouw. Gelukkig mag je tegenwoordig de kinderen ook delen van hun werk zelf na laten kijken. Dat is trouwens wel een kwestie van trainen, anders zetten ze gerust overal krullen. Maar als je dat niet doet, dan ben je gewoon uren kwijt, alleen al aan correctiewerk. Bijvoorbeeld taal, spelling en natuurlijk alle toetsen moet je écht zelf nakijken. Ik heb eens uitgerekend hoe lang ik met één stapel taalschriften bezig was in groep 8. Per schrift had ik toch zeker 2 minuten nodig. Dus op een groep met 30 kinderen kostte me één stapel al een heel uur. Als er dan nog spelling en toetsen liggen te wachten ben je al gauw een paar uur verder. En wat dacht je van het lezen en beoordelen van opstellen en werkstukken? Uren….
Dan moet je die hele mikmak nog administreren en het liefst de toetsen ook nog analyseren en daar weer een werkplan en herhalings- of verdiepingsstof bij bedenken. Tel uit je winst!

Even voor de duidelijkheid de vakken op een rijtje:
Taal, luistervaardigheid en woordenschat, spelling, technisch lezen, begrijpend/studerend lezen, (creatief)schrijven, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, Engels, verkeer, creatieve vakken, presentaties als boekbesprekingen, spreekbeurten en het maken van werkstukken.

En allemaal beoordelen en eventueel andere programmaatjes op zetten. Andere stof voor Jan ,Piet en Truus erbij zoeken. Foutenanalyses maken en vooral op papier of de computer bijhouden. Bijhouden hoe de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind verloopt en vooral op papier of de computer zetten. Dan is het ook nog leuk als je je lessen kunt voorbereiden, maar ja, dat schiet er nog wel eens bij in. Want hoe vaak staat er niet een ouder op de stoep die met je praten wil, of is er weer een plenaire vergadering, of een bouwvergadering, of een leerling-bespreking of één of andere commissiebespreking of een andere klus die ook nog ‘even’ geklaard dient te worden.

Sinterklaas, Kerst, Pasen, rapporten maken, schoolreis, kamp, bezoeken aan scholen voor v.o., voorleesontbijt, Kinderboekenweek, uitzoeken van de kinderpostzegelactie of Jantje Beton, voorbereiding van een maandviering of een project, ouderavonden, sportdag en alle andere festiviteiten die verzonnen worden om de school vooral ‘leuk’ te houden.

En dan hebben we natuurlijk ook nog alle na- en bijscholingscursussen…

Als je een stagiaire hebt, moet je die ook fatsoenlijk begeleiden, dus na school de tijd nemen om alles te bespreken. Ben je ook al gauw drie kwartier verder…
Soms moet je zelfs ook nog de overblijf tussen de middag regelen, omdat je dan als school meer geld overhoudt of omdat het anders niet goed te regelen is.
Ik heb meegemaakt dat er tussen de middag over de dertig kinderen voor mijn neus zaten. Wilt u thee of soep, mevrouw, meneer?
En dan zijn er ook nog scholen die huisbezoeken plegen. Kijk eens wat een tijd dat kost op een groep van 30 kinderen.
 
En oeps, wat moet er tegenwoordig veel getoetst worden. Methodegebonden toetsen en niet -methodegebonden toetsen, Cito hier en Cito daar…. Zelfs die arme kleutertjes moeten al regelmatig op van alles en nog wat getoetst worden. Zo kunnen we alles aantonen, want als je het niet op papier hebt staan, dan gelooft men je niet meer. Eng hoor!

De ouderwetse en naar mijn mening zeer waardevolle ‘onderwijsantenne’ die een leerkracht heeft, telt nauwelijks nog mee. Kunt u het aantonen dan? Staat het ergens op papier? Als ze een scheet laten moet je het eigenlijk al administreren.
 
Dan de computer….
Voor de jonge leerkrachten heel normaal, maar helaas…. Er zijn nog zat oudere leerkrachten die er niet mee opgegroeid zijn en dus meer tijd nodig hebben om er aan te wennen. De digiborden komen en de krijtborden verdwijnen. Ook op dat gebied gaat de ontwikkeling erg snel. Maar wil je daar in bijblijven, kost dat je weer erg veel tijd. Investeren heet dat. Cursussen volgen, na school uitproberen, alles op de computer bijhouden… Ook heel leuk, als alles het doet! Want daar schort het ook nog al eens aan. Hoeveel scholen zitten niet met te weinig computers of met oude barrels, die inbrekers met liefde laten staan… En je wordt bestookt met handige mailtjes van computerfanaten met wat er nu weer allemaal op de markt is. Gek word je er soms van! Maar je moet wel, anders loop je voor je het weet jammerlijk achter en ouderwets te zijn.

En het onderwijs moet natuurlijk ook ‘boeiend’ zijn.
Alles moet opgeleukt worden, anders pakt het hedendaagse kind het niet meer op. Overal moeten plaatjes, filmpjes, materialen bijgezocht worden en dat kost tijd.
Maar ja….héb je die tijd?

Ja natuurlijk heb je die! ’s Avonds en in het weekend toch zeker?

Nou wil het geval dat ik meestal rond 7.45 u op school ben en dan rond 17.00 u/17.30 u. toch wel graag naar huis wil. Vaak tussen de middag ook ‘gewoon’ doorgewerkt, ben ik aan het eind van de dag moe, erg moe.
 
Werken met kinderen is ongekend intensief, hetgeen regelmatig onderschat wordt. Het is niet meer zoals in de pre-historie dat de kinderen braaf met de armpjes over elkaar naar de meester zitten te luisteren. De kinderen zijn veel vrijer, wat zeker ook zijn voordelen heeft. Maar ze zijn ook véél drukker, onrustiger en hebben een kortere spanningsboog. Wat mij ook zorgen baart is het feit dat er zoveel kinderen zijn die zich nogal eens respectloos gedragen. Respectloos naar volwassenen, maar ook naar medeleerlingen en zelfs materialen. Geschillen worden regelmatig uitgevochten via de computer en vaak op niet mis te verstane grove wijze. Dan kijken ze je vervolgens schaapachtig aan als je ze daar op probeert te corrigeren. Als ze je al aankijken, want dat is ook erg moeilijk. En wat me nóg meer zorgen baart is het feit dat er ook zo veel ouders zijn die, als je ze aanspreekt op het gedrag van hun kind, onmiddellijk hun kind gaan verdedigen. Het ligt nooit aan het kind, maar bij voorkeur aan de school, de leerkracht of andere kinderen.

De ‘ja maar..’ cultuur viert zowel bij ouder als kind hoogtij!

Als je voor de klas staat wordt de hele godganselijke dag je aandacht gevraagd en de energie uit je geslurpt. Eigenlijk kan je het je niet permitteren om je wat minder lekker te voelen, want dan ben je automatisch het prooidier. Net als honden voelen kinderen je tijdelijke ‘zwakte’ aan en vragen dan juist nóg meer aandacht. Wat mij persoonlijk ook wel eens stoort is dat hoofden van scholen niet altijd helemaal achter hun leerkrachten staan, maar hun oor wel erg naar de ouders te luisteren leggen. Met softe handschoentjes aanpakken, ja meneer, ja mevrouw, want anders halen ze het kind misschien wel van school….
Als leerkracht zit je ook in een glazen huisje. Als een kind dingen zegt die niet waar zijn, bewijs dat dan maar eens! Ik heb een collega gehad die beschuldigd werd van handtastelijkheden. Vreselijk! Bleek later een verzonnen verhaal te zijn, maar ondertussen gaat zo’n praatje wel rond en je naam is bezoedeld.
Als na lang geterg van een kind je geduld op is en je per ongeluk wel eens iets zegt dat misschien niet zo netjes is, terwijl je zelf al van alles naar je hoofd hebt gehad, wordt dat uitvergroot. Het gedrag van het kind wordt dan snel vergeten en het niet zo nette woord van de leerkracht gaat als een lopend vuurtje over het plein. Pas privé ook op hoe je je gedraagt, want er kan altijd iemand van school zijn die je ergens gespot heeft en daar dan een leuk verhaal van maakt, al dan niet op de computer. Kan wel eens lastig zijn, hoor.

Dan hebben we ook nog allerlei instanties, clubs, verenigingen, goede doelen, sportverenigingen enz. die vinden dat ze recht hebben op je tijd om hun verhaal aan de klas te vertellen. Maatschappelijke problemen, waarvan men vindt dat de scholen er weer aandacht aan moeten besteden, dat de scholen daar wat aan moeten doen…. Ik ben nog steeds van mening dat in eerste instantie de opvoeding thuis moet plaatsvinden en niet op school. Maar ook hier lijkt de balans wel eens te veel door te slaan naar de scholen. Als leerkracht ben je behalve leerkracht ook nog opvoeder, maatschappelijk werker en psycholoog. En áls je dan inderdaad opvoedt of corrigeert, ontbreekt vaak de medewerking van de ouders. Er is zo veel vanzelfsprekend geworden, wat eigenlijk niet vanzelfsprekend hoort te zijn.

Nog een voorbeeldje van een veranderde normbeleving.

In mijn beginjaren, als we op kamp waren geweest met een groep 8, kwamen bijna alle ouders je even bedanken voor de goede zorgen. Tenslotte was je toch drie dagen en twee nachten onafgebroken met de kinderen van iemand anders in de weer geweest. Een niet te onderschatten verantwoording! Tegenwoordig als je terugkomt, mag je blij zijn als er een paar ouders je even komen bedanken. Ik heb eens meegemaakt dat op een klas van 25 kinderen twee ouders een handje kwamen geven.
En dan hebben we het over normen en waarden….

Natuurlijk is het lesgeven op zich een mooi vak, maar ik heb wel regelmatig het gevoel dat ‘de ziel’ eruit wordt gehaald, als we niet oppassen. Het zou fijn zijn als de overheid het onderwijs eens met rust zou laten en zou begrijpen wat het werkelijk inhoudt, i.p.v. dingen te bedenken die geld besparen en er dan een mooie term bij bedenken om het verantwoord te laten lijken. Het zou ook fijn zijn als ouders wat meer begrip hadden voor de doorgaans zeer hard werkende en bevlogen leerkrachten en ze wat meer zouden vertrouwen. De natuurlijke ‘onderwijsantenne’ zit er zelden naast.
 
Ik vertel u ook dat ik bij een bedrijfsarts was en hem wat van mijn grieven vertelde en zei dat het me soms allemaal zo aanvloog. Hij zei me toen dat hij dagelijks van deze verhalen van mensen uit het onderwijs hoorde. Niet wekelijks, niet maandelijks, maar dagelijks! Dan zou er toch eens een alarmbelletje moeten gaan rinkelen in onderwijsland. Er lopen toch erg veel (goede!) leerkrachten stuk op het onderwijs. Eeuwig zonde ! Er is dus blijkbaar wel iets mis, met de verwachtingen, met de werkdruk, met de vanzelfsprekendheid…..

En dat allemaal ondanks al die vakantie!
Het is zeker niet mijn bedoeling om het basisonderwijs helemaal af te kraken, want er zitten uiteraard ook veel leuke kanten aan. En natuurlijk zijn niet álle kinderen en ouders zoals ik beschreef, maar ik maak me wel zorgen. Want alle verandering is nog geen goede verandering. Ik baal van mensen die zeggen : Tja, dat is nou eenmaal deze tijd… Als we het met zijn allen toelaten en maar ja en amen blijven knikken, verandert er niks, maar wordt het alleen maar erger. En dat zal voor veel andere beroepen ook gelden. Natuurlijk zijn er fanatiekelingen die dag en nacht werken en dat ook heel normaal vinden. Maar ik ageer ertegen, tegen dat vanzelfsprekende fanatisme dat mensen opjaagt. Ik wil werken om te leven, maar als je nauwelijks nog energie hebt om te leven, klopt er iets niet. Bovendien is het in het onderwijs ook nog eens zo dat het qua salaris echt niet uitmaakt of je ’s avonds doorwerkt of in het weekend nog éven’ naar school gaat , want je krijgt er geen cent meer voor. We kunnen het er aardig voor doen, maar een geweldig salaris is het ook niet, zeker niet als je de taakverzwaringen en verwachtingen van tegenwoordig in ogenschouw neemt. Je moet alles maar kunnen, voor alles begrip hebben, vooral overal aan meewerken, je in alle vreemde bochten wringen, maar vooral geen kritiek hebben.
Laten we zorgen dat we respect en begrip voor elkaar hebben, van elkaars goede wil uitgaan, elkaar niet zo opjagen en gek maken en plezier in het werk kunnen houden.

Dat wens ik een ieder toe en vooral ook alle kinderen in hun toekomst!

Marion Kamsma
Telegraaf
wo 29 feb 2012